De methode en structuur van de cursus
1. Modulaire opbouw
Een module is een afgerond geheel, opgebouwd rond een bepaald thema.
De modules bouwen op elkaar verder. Zo bouw je geleidelijk en systematisch je kennis Duits op.
Maar je kan ook elke module apart studeren.
2. Onderdelen per module
Een thema of subthema begint met een tekst of een video. Dan volgen opdrachten om na te gaan of de tekst begrepen werd.
Daarna komen de thematische woordenschatlijsten en uitdrukkingen.
In de volgende stap maak je extra oefeningen om de woordenschat in te oefenen.
En tot slot voer je extra opdrachtjes uit om de nieuwe leerstof op je eigen situatie toe te passen.
Elke module bevat ook een onderdeel grammatica.
Daarbij wordt eerst de theorie uitgelegd – op een duidelijke manier –
met schema’s plus audio- en video-uitleg. Daarna volgt een pakket oefeningen.
Ook de grammatica bouwt gradueel op. Je krijgt bovendien regelmatig herhalingsoefeningen om je grammaticakennis stevig te verankeren.
3. Principes
Zowel de cursus Zakelijk Duits als Algemeen Duits zijn totaalpakketten – niet enkel een woordenschattrainer.
De cursussen bieden een uitgebreid gamma aan multimedia oefenmogelijkheden en opdrachten voor zowel woordenschat als grammatica.
Door de keuze van thema’s krijg je ook informatie over het dagdagelijkse of het zakelijke leven in Duitsland.
4. Werklast
Het is uiteraard onmogelijk een precies getal te prikken op het aantal uren dat je nodig hebt om een module te verwerken. Dat hangt van te veel factoren af.
Naar analogie met de studielast per ERK-taalniveau zou 20 uur per module een richtwaarde kunnen zijn.